Kunst die het leven reliëf geeft
Nico Out,
Zeeuwse courant 2015
De Zomerexpositie van Galerie T in Middelburg brengt veel inspirerend werk. De personages van Vera Pouw zijn getekend door de tijd.
‘Tot onder het donker’ gaf Vera Pouw (Utrecht, 1956) het afgebeelde schilderij (acryl op doek, 200×120 cm) als titel mee.
Ik hou van zo’n titel. De vier woorden roepen iets op dat het geschilderde beeld een meerwaarde geeft. Zonder dat ze de voorstelling verklaren. Die ontvouwt zich uit een wirwar van lijnen, krassen en vlekken. Veel zwart op wit, met hier en daar accenten in grijs of kleur.
Ik zie vier vrouwen dansen. Ze ogen niet rank, eerder zwaar, zeker hun armen. Maar het ritme van de muziek maakt hen licht en vrij, zet hen aan tot bewegen, elk op eigen wijze. Ze gaan erin op, vergeten hun omgeving, zijn één met zichzelf en toch in beweging verbonden met elkaar. Hoewel de wijde rokken van het rechter tweetal me aan flamencodanseressen doen denken, vertelt Vera Pouw me niet waar en wanneer ik de vrouwen moet plaatsen. Zij schiep een tijdloos beeld van mensen die het leven vieren. ‘Tot onder het donker’. Het donker biedt bescherming, maar volgt ook op de dag. Er is een einde, daaraan valt niet te ontkomen. Maar tot dat moment kun je dus met overgave je leven leven. Juist de dans is daarvoor een schitterende metafoor, omdat passie en beheersing, hart, hoofd en ziel één zijn in het beleven van het nu. Op mijn beurt kan ik mij overgeven aan het schilderij van Vera Pouw.
Door haar manier van schilderen neemt zij mij mee. Ik raak niet uitgekeken op de schriftuur, die net zo gegroeid lijkt als de sporen van de tijd die het oppervlak van een rots vormen. Veel schilders zijn te volgen in de opbouw van hun werk. Pouw is een van de mensen bij wie mij dat niet lukt. Haar oppervlakken en vormen zien er uit alsof ze zichzelf hebben gecreëerd.
Dat voegt ook inhoudelijk iets toe aan haar werk. Haar personages zijn getekend door de tijd, dragen de sporen van hun bestaan op hun huid. De dansende vrouwen zijn niet louter lichtheid. De één meer dan de ander is getekend door een lappendeken van tinten, elk een herinnering aan iets wat in het leven voorviel. Dat kan vreugdevol zijn, maar ook pijnlijk en alles wat het bestaan van mensen kleurt. In andere schilderijen komt dat naar voren in de voorstelling zelf.
Ik zie gestalten die zoeken, tasten en gevallen zijn, naast mensen die stevig op hun benen staan. Vera Pouw verbeeldt het leven. Zij doet dat gedreven, knap, intens en meeslepend.
In Galerie T ervaar ik opnieuw dat kunst het leven reliëf geeft.
T/m 15/8 2015 Galerie T, Turfkaai 25-27, Middelburg.
Zomerxpositie met werk van Vera Pouw, Christian Perrier, Martin R. Bayens, Addy Coumou, Dong Xiaozhuang, Sjer Jacobs en vele anderen. Donderdag tot en met zaterdag 11.00 – 16.00 uur en eerste zondag van de maand 13.00 – 17.00 uur.
——————————
Joke Hermsen n.a.v Expositie ‘Grenzen’
in Art&Tax Doesburg okt.2011
…..Dan zou ik nu graag iets over de hier getoonde werken willen zeggen. Toen ik een paar weken geleden een voorproefje kwam nemen, viel mij op dat deze drie schilders ieder op hun eigen manier de figuratieve schilderkunst omarmen, en ook dat is een welkome afwisseling op de naar mijn idee ook te veel doorgeschoten abstrahering van de kunst. Op gegeven moment was die kunst zo abstract geworden, dat niemand er meer een gevoel of ervaring bij kon krijgen, en moeilijk meer kon zeggen of er een kunstschilder dan wel winterschilder aan het werk was geweest. Strakke, monochrone lijnen en vlakken in diverse kleuren, het kan mooi zijn, maar soms heeft de mens ook de behoefte iets van zichzelf in het werk te herkennen. Het liefst dan ook nog iets wat hij of zij wel ooit ervaren heeft, maar waarvoor de woorden of beelden nog ontbraken. Ik ben van mening dat kunst in de meest brede zin van het woord die menselijke ervaring centraal moet stellen, en dat gebeurt hier, op deze tentoonstelling, in ruimte mate.
De prachtige schilderijen van Vera Pouw evoceren een interessant aspect van die menselijke ervaring, die, zo luidt een van de stellingen in mijn boek Stil de tijd, van zich uit tweeledig of dubbel is. In tegenstelling tot de dingen en de meeste dieren is de mens zich van die dubbelheid bewust. Hij of zij weet dat hij zowel over een uiterlijk, de huid, de oppervlakte, kortom over een lichaam beschikt, dat gemotiveerd wordt door levensdriften, maar dat er ook een innerlijk is, dat bestaat uit onstoffelijke, niet fysieke gedachten, gevoelens en herinneringen. De mens is met andere woorden een tweestemmig wezen, dat daarom ook over zichzelf heen kan buigen, over zichzelf na kan denken, en, heel belangrijk voor het denken en de creativiteit, een dialoog met zichzelf kan voeren. Vera Pouw toont die dubbele gedaante van de mens, die ik voor het gemak wel het onderscheid tussen een uiterlijk ik en een innerlijk zelf genoemd heb – in haar schilderijen, soms zelfs letterlijk als er op haar doeken ook een schaduwfiguur ontstaat. Zelf zegt de kunstenares hierover: ‘je zou een schilderij van mij ook als een huid kunnen zien, waarin sporen te zien zijn van wat er onderhuids heeft plaatsgevonden.’
Het gaat op deze expositie dus over grenzen tussen buiten en binnen, tussen ik en zelf, tussen stoffelijk en onstoffelijk, en hoe die grenzen in de kunst overschreden kunnen worden. Tijdens onze drukke levens blijven we maar al te vaak keurig binnen de grenzen, vergeten we nogal eens dat we meer dan alleen ons uiterlijke, handelende ik zijn, lopen we met andere woorden aan ons zelf voorbij, en worden dan rusteloos, vervreemd en ongeïnspireerd. De kunst, en dat is volgens mij een van haar belangrijkste taken, kan ons weer bewust maken van die innerlijke wereld, waardoor we een pas op de plaats maken, tot rust komen en de dialoog met ons zelf weer kunnen aanvangen, die juist de kern van onze menselijkheid uitmaakt.
——————————
Sporen in de huid
Geplaatst op 31-10-2008 – Volkskrant door Els Vegter in categorie kunst
“Je zou een schilderij van mij behalve als een muur of een stuk grond ook kunnen zien als een huid, waarin sporen te zien zijn van wat er onderhuids heeft plaatsgevonden. Mijn werk gaat over ouder worden, verlies, het met de tijd anders beleven van dingen, wijzer worden, het herwaarderen van dingen, groei, kortom over de invloed van tijd op je leven. Met de gelaagdheid plaats ik zulke dingen in een context. Ik denk dat ik ermee wil laten zien dat overal waar je bent al eerder iets is gebeurd…”
Aan het woord is Vera Pouw, die ik al een aantal jaren volg. Het eerst ontmoette ik haar jaren geleden op de kunstmarkt in de Bilt toen ik zelf nog nauwelijks exposeerde. Het werk van Vera Pouw is tegenwoordig te zien in gevestigde kunstsalons en gerenommeerde galerieën. Haar intensieve bewerking van het schildersdoek bewonder ik zeer. De gelaagdheid en doorleefdheid zijn in elk werk te proeven. Haar menselijke figuren tonen een mysterie en dagen je uit om nog beter te kijken. Schilderijen van Vera Pouw zijn nog te zien t/m 9 november bij Galerie Peter Leen in Breukelen. Expositie is geopend van do. t/m zo. van 13.00-17.00 uur.
——————————
——————————
L’ART DE VERA POUW
ou les demeures de l’intimité
Un corps unique, désert et déchiqueté comme une trace de chair, s’arrache aux désastres du néant. Chaque corps est une immensité. Une île de fragilité.
Au-delà du corps secret vivent ses lointains cruels : ceux du dehors, aux identités saccagées, et ceux du dedans, sublimes, hasardeux, inaccomplis…
Dure proximité de la béance… Le corps n’étreint pas l’univers. Il s’arrime au creux violent des tombeaux intimes. Vera Pouw dit à vif, en sidérante sensibilité, l’impossible acceptation de la finitude. Elle ose faire remède à l’écrasement identitaire, et ses armes, subtiles passerelles d’incertitude, sont plurielles : des lignes, des taches, des coulées, des griffures, des plaques, et d’insondables masses diffuses, impénétrables et libertaires.
La nuit innombrable illumine ces apparences charnelles prises dans l’étau suffocant de l’intenable. Des lumières passent. De tragiques rocailles de peau, éphémères comme des mirages, hétérogènes comme des illusions, ensemencent le vide. Entre apparition et disparition, dévastés et indestructibles, les surgissements souterrains de Vera Pouw, majestueuse destructrice de surface, sont de saisissants miroirs d’humanité.
Le vide aurait pu ciseler ces cicatrices vitales, ces abandons sans assise, ces calligraphies de destin abandonné… On dirait des blessures de ciel, et la brutalité des couleurs, comme le sang, s’est retirée. La peau et l’étendue s’étreignent.
Cartographie aérienne et venteuse d’une intériorité poignante et comme ouverte au scalpel. Il n’y a pas de limite à la fragilité, pas de socle, pas d’appui, pas de contrainte. Tentatives ténues et saisissantes de fuir l’enfermement du corps, en créant des signes en constantes transformations. Fascinantes captations de ces instantanés allusifs, délicats et arrachés aux pesanteurs. L’art de Véra Pouw fait demeure émouvante aux feux follets de l’existence. Le graphisme est premier, comme veines de vie profonde, désaxé, décentré. Vera Pouw refuse la tyrannie sommaire du trait. D’une fluidité nuageuse et gestuelle, elle libère les enveloppes charnelles qui s’agitent au fond des espaces du dedans. Au bord des brûlures vitales.
Des flaques d’existence, aux effets de sillage perdu, flottent, fluides et crues, libres et sauvages. La tache allusive blesse l’espace d’une écriture de cristal. Les œuvres de Vera Pouw unissent l’immensité du paysage corporel aux tendres cruautés de la sensibilité.
La plaie est un remède sans limite, et le corps une patrie infinie.
Christian Noorbergen
——————————
——————————